Artikel 158

§ 1. De geconsolideerde balans en resultatenrekening worden opgesteld overeenkomstig de schema's opgenomen in Titel I, hoofdstuk III, afdeling II van dit boek, onverminderd de bepalingen van deze titel, samengevat in afdeling II van dit hoofdstuk en met inachtneming van de aanpassingen die noodzakelijk zijn wegens de eigen kenmerken van de geconsolideerde jaarrekening.

[...]

De omschrijving van de in de schema's door een hoofdletter aangegeven posten en van de subposten moet, wanneer de naleving van het voorschrift van artikel 115 dit vereist, worden aangepast aan de bijzondere aard van het bedrijf, het vermogen en de opbrengsten en kosten van het geconsolideerd geheel.

De omschrijving van de posten in de jaarrekeningschema's opgelegd bij Titel I van dit boek zijn, onverminderd afdeling II van dit hoofdstuk, van toepassing op de overeenstemmende posten in de schema's van de geconsolideerde jaarrekening.

§ 2. De bedrijfsresultaten kunnen, in afwijking van § 1, in de geconsolideerde resultatenrekening worden gerangschikt naar hun bestemming, overeenkomstig afdeling II van dit hoofdstuk.

§ 3. Indien het bedrijf van de consoliderende vennootschap en van de in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen, als geheel beschouwd, voornamelijk bestaat uit een bankbedrijf, wordt de geconsolideerde jaarrekening opgesteld volgens de schema's en waarderingsregels die naar gelang van het geval, van toepassing zijn op de jaarrekening van de kredietinstellingen. De staten XIII en XV van artikel 165 zijn niet van toepassing.

Indien het bedrijf van de consoliderende vennootschap en van de in de consolidatie opgenomen dochterondernemingen, als geheel beschouwd, voornamelijk bestaat uit een verzekerings- of herverzekeringsbedrijf, is de consoliderende vennootschap onderworpen aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 13 februari 1996 betreffende de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen en herverzekeringsondernemingen.