Artikel 107

Een dochteronderneming mag buiten de consolidatie worden gelaten:

  1. indien zij slechts van te verwaarlozen betekenis is en haar opneming geen betekenis zou hebben voor de beoordeling van het geconsolideerd vermogen, de geconsolideerde financiële positie of het geconsolideerd resultaat; indien meer dochterondernemingen aan deze voorwaarde voldoen, mag van deze mogelijkheid slechts gebruik worden gemaakt indien zij te zamen aan de gestelde voorwaarde voldoen;
  2. indien ingrijpende en duurzame beperkingen in wezenlijke mate de effectieve uitoefening van de controlebevoegdheid over de betrokken dochteronderneming dan wel de aanwending van het vermogen van laatstgenoemde bemoeilijken;
  3. indien de gegevens die nodig zijn om deze dochteronderneming in de consolidatie op te nemen, niet zonder onevenredige kosten of onverantwoorde vertraging kunnen worden verkregen;
  4. indien haar aandelen uitsluitend met het oog op latere vervreemding worden gehouden.

Gebruik van dit artikel moet worden gemotiveerd in de toelichting.